Dit spreekwoord behelst eenen stokregel, die van alle hebzuchtigen behoorde opgemerkt te worden. Dat brengt Gods vloek ter verteering over alles.
Zach. 5: 4. De Heidenen zelf zeiden: Malè parta malè dilabuntur. Zo gewonnen, zo geronnen, of, verteert.