Dat drukt uit, hy zal niet krijgen. Ik denk dat dit ontleent is van geschildert ooft, visch, enz. ’t geen het oog wel kan vermaken, en den mond doen watertanden, maar den buik niet vult, zo dat die daar van niet te bet is.
Dus onthaalde die schandbrok Keizer Heliogabalus zijne gasten wel met een tafelbanket van nagebootste vrugten, enz. uit leem, hout, marmer, en diergelyke oneetbaare stoffen. Hen was dan waarlyk wat geschildert. Hier van kan ons spreekwoord gesproten wezen. Men zegt ook, ymand wat schilderen op een blaasbalg. Schilders plegen op de planken van den blaasbalg ’t een of ’t ander te maalen. Dat is wezentlijker dan een herssenschildery, al zyn’er goude bergen in verbeeld.