Dit spreekwoord zal komen van den zottebol, Keizer Cajus Caligula. Cajus is verkort tot Cai, kai, en dit is vervormt tot kei, dat in onze taal een steen betekent.
Uit die dubbelzinnigheid zyn veele spreekwoorden ontstaan. Dus zegt men,'t Is een Kai, kei, voor ’t is een nar, de kei leutert hem in't hoofd, hy moet van de kei gesneden worden, enz.