Dat is, met zijn onverzettelijke stijfhoofdigheid. Zulke noemt men dwingers, en dommekrachten, na dat bekende vystuig.
Maar ’t gebeurt al dikwyls, dat zy hunnen kop stooten, en met het hoofd tegen een muur loopen. In dien zin is een goede vrouw zonder hoofd. Doch die’er in is, moet’er door.