Dit zegt men van een quistgeld en spilpenning, die al het zyne doorbrengt. Ik denk dat dit genomen is van den boom in de herbergen, waar op met schreef op schreef, en zomtyds, om de zekerheid van niets te vergeten, met dobbel kryt door de waarden het gelag word opgetekent, van boven naar beneden.
Hier op ziet het spreekwoord, de witten uitdoen, voor ’t gelag betalen. Zulke scheppen ook van den hoogen boom, met den grooten potlepel. Doch boom zal in dat spreekwoord bodem zyn. ’t Wil dan zeggen, uit een vollen pot, wiens bodem hoog, dat is, diep, is. Van zulk een zegt men ook: Hy teert als een Graaf.