Dit zegt men van ymand, die steelwyze doorgaat met beschaamtheid. Waarom het spreekwoord juist een hoenderdief uitkipt, mag men raaden. ’t Is mogelyk om dat die met een kleintje eerst beginnen, en noch alle schaamte en vreeze niet hebben afgelegt.
Zo komt men van een hoen tot een paard. Doch dus van trap tot trap opklimmende, geraakt men eindelyk op de bovenste sport der galgeladder.