Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Hy mag’er wel woonen

betekenis & definitie

Dit zegt men van ymand, die’er vet en glad uit ziet, en dus toont, dat hy in een goede keuken is. Zy die ergens niet konnen aarden, om de lucht, ’t voedzel, enz. plegen een dor en ziekelyk gelaat te hebben.

Dus is de Zeeuwsche koorts voor zommigen een bullebak. ’t Gebeurt ook wel, dat het appelmannetje by de onmatige ooftsnoepers om zyn geld komt.

< >