Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Hy lacht in zyn vuist

betekenis & definitie

Zo zegt men van ymand, die zich heimelijk om iets verblyd. ’t Is ontleent van den vuist voor den mond te houden, en daar achter te lachen, zo dat andere het niet zien. Dus verhaalt men van een wyf, die wanneer haar man te Amsterdam van Schreyershoek afvoer, achter haaren neusdoek stond en lachte; terwyl andere meenden, dat zy den snotvager voor de oogen hield, om dat zy, och arme! haaren man niet mogt zien vertrekken; en om haare bittere droefheids traanen daar mede af te droogen.

< >