Dit zegt men van ymand, die zich met giften en geschenken laat omkoopen. Voor al een snoode zaak, als dat geschied van eenen Rechter.
Jes. 1: 23. Maar hoe past zalven daar op? Ik denk, ’t is om dat zalving de handen zagt, en de gewrichten buigzaam maakt. Zulk een Regter heeft geen harde hand, om het quaad naar verdienste te straffen, en laat zich van ’t recht verbuigen en omzetten. Maar die zalve stinkt door eene doode vliege, en maakt dezen gezalfden tot een medegezel van den gierigen dief en verrader Judas.
Dus is’er ook een spreekwoord van den wagen te smeeren, op dat die naamelyk wel voortrolle. ’t Is goed, zo die wagen regt gaat. Doch ’t is ook een spreekwoord: De wagen moet altyd voortgaan, al is ’t dat de weg oneffen is.