Dit zegt men van die uit hunne reden vallen, en geen boek of geschrift by de hand hebben, om daar in te zien, tot verversching van hunne geheugenis. Daar van zegt men: ’t Ging zo glad, als of hy ’t uit een boekje las, en uit het boekje praaten.
Hier op past mede: Als gy't niet kont, zo hoest eens.