Dit zegt men schertzende van eenen ouden, die 't leven gewoon is, als ware zyn ziel daar in verwert, zo dat ze niet uit zyn lichaam kan geraken. Zo schertst men met die een overhangenden neus hebben.
Dus zegt men mede: De ziel is’er in verroest. Het tegendeel is: De ziel rammelt hem in ’t lijf. Doch de dood verstaat geen jok.