Dat wil zeggen, hy is daar over blyde, en in zyn schik, dat doet hem deugd, en goed aan ’t herte. Die dik en vet worden, gelyk de verkens, gaat het naar hunnen zin; daar ongenoegen vermagert.
Men past dat gemeenlyk toe op zulke, die groeyen door vermaak in een anders leed, dien zy dat met welgevallen gunnen. Doch zoekt geen spek in ’t hondennest.