Dat zegt men van eenen pluimstryker, die straks gereed is om ymand een fleem te geven, en honig om den mond te smeeren. Zo doen die gunst by menschen zoeken.
Fleemen acht ik verwant aan vleyen. Maar andere plegen steeds den zwartzelpot op de zyde te dragen, om den goeden goeden naam des naasten te bezwalken. Dus kan hun zwartzelquast wel met eenen streek van blanken moriaanen maken. Ja veele hebben den fleempot voor, en den zwartzelpot achter: gelyk die water in de eene, en vuur in de andere hand dragen.