Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Houd u op de beenen, zo en word je van de nachtmeer niet bereden

betekenis & definitie

Dit zegt men in boerte, als men wil dat ymand aan de gang zal blyven. De nachtmeer is geheten eene benauwtheid in den slaap, als of iets op ymands lijf lag, ’t geen hem zeer zwaar drukt; terwijl men worstelen en roepen wil, maar niet kan.

Dit heeft tot eene natuurlijke oorzaak grof bloed, en een geprangden adem. By onze aaloude Heidensche voorvaderen was, mair, mara of mare een nachtspookzel. Diergelijke waren de Alven, of witte wyven, de Nekker, Kaboutermannekens, en meer zulk gespuis; waar by men ook de weêrwolven mag stellen. Deze meeren en alven vertoonden zich, zo zy geloofden, als wyven, en drukten zelf wel ymand dood. Ook zogen die, gelijk men beuzelde, den kinderen in de wiege het bloed wel uit, of namen die weg, en leiden de haare in de plaats, die dan de moeders zeer plaagden door geduurig schreeuwen, en zich te bevuilen. Deze noemde men wisselkinderen. Hier van zyn de bullebakken en bytebaauwen gesproten. In laater tijden onder de duisternis van ’t Pausdom, schreef men dat nachtdrukken aan eenen Duivel toe. Zo bleef het oude heidensche gevoelen in wezen. Hy nu die gaat, blijft wakker, en is dus van zulk een nachtmeer vry. Op zulk een wyze zegt men: Blijft op uw billen zitten, zo kruipt’er geen muis in.

< >