Dit wil zeggen, elk voert het meesterschap op zyn beurt. Het is ontleent van de twaalf Hemeltekenen des dierkrings, waar door de Zon van maand tot maand haaren jaarloop heeft, en waar aan men zonderlinge werkkragt toeschrijft, naar de leere der Heidensche Sterrekijkers.
Zo zegt de Almanach, Aries regeert het hoofd, Taurus den hals, &c. Men zegt ook vol uit: Elke Duivel regeert in zyn maand. De Grieken en Romeinen hadden zes grootste, of Hemelgoden, en ook zo veel Godinnen. Aan elk van deze schreven zy by beurte de heerschappy en ’t bewind over een maand van ’t jaar toe. By voorbeeld, Januarius aan Juno, Februarius aan Neptunus, Maart aan Minerva, &c. Dezelve waren ook over die twaalf Hemeltekenen. Doch die Goden waren Duivelen, volgens 1 Korinth. 10: 20. Het komt overeen met, Elk zyn beurt. Een ander op! Hei! Als die beurt voorby is, geld: Gy hebt uw tijd gehad: gy slacht de groene ertjes. Dan moet’er een ander man te roer.