Dat zegt men van eenig werk, ’t geen noch ruwigheid heeft, en waar aan de laatste hand ter nette voltooying en polysting noch te leggen is. Dat word by gelykenis van de timmerbank tot andere dingen overgebragt.
Dus zegt men ook, Het heeft de vyl noodig, gelyk de Latynen: Limam desiderat.Men moet de vloer niet met de vuiligheid uitvagen. Dit wil zeggen, dat men zulk eene uitzuivering van het verwerpelijke niet moet doen, dat ook het goede wordt weggesmeten. Dus zeiden de Hoogduitschen, men moet het kind niet uitgieten met het bad, t. w. waar in het afgewasschen is. En de Franschen: Liever moet men ’t kind een besnotten neus laten, dan dien mede af te trekken.