Dat is, waar God zyn Rijk en dienstwil stichten en bevoorderen, kant de Duivel zich daartegen, en zoekt’er zijnen throon op te rechten. Een diergelijk spreekwoord is: Doe God het vuur schiep, schiep de Duivel den ketel.
Dat hoort men wel ’s winters, als een ketel over ’t vuur werd gehangen, die het warmen belet. Maar daar in word Gods Naam ontheiligt. Aan het eerste is niet ongelijk: De Duivel is Gods aap.