Geb. Rotterdam 27 juni 1808, overl.
Haarlem 3 februari 1887. Leerling van J. de Meijer, vormde zich verder zelf. Maakte studiereizen naar Duitsland in 1833 en 1838 en naar België in 1840. Werkzaam in Rotterdam tot 1834, Gouda van 1836 tot 1861 (aldaar tot 1857 tekenleraar aan de Stadstekenschool), daarna in Haarlem. Schilderde landschappen; heeft ook geëtst. Gaf les aan J.
Rost, D.J. van Vreumingen Dz. en H G. Wolbers.Tentoonstellingen Amsterdam, Rotterdam en Den Haag 1832 tot 1886: tientallen landschappen; bosgezichten; de Drachenfels aan de Rijn; duinlandschappen, oa. te Overveen, en een enkel wintergezicht. DEN HAAG -Gemeentemuseum: landschap met opkomende storm, HAARLEM -Teylers Stichting: een landschap. OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: twee tekeningen. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: Gelders landschap (gem. A. J. v. Wijngaerdt f 1852).
Immerzeel; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.
