Johannes Embrosius van de; geb. Woudrichem 7 augustus 1877, overl.
Den Haag 26 september 1972. Woonde en werkte in Delft, Den Haag, Heeze (N.Br.), Enkhuizen, Gorinchem, Oirschot; sinds 1922 in Den Haag. Maakte reizen naar België en Frankrijk. Kreeg de eerste lessen van A. Ie Comte te Delft, daarna leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag (1897-1900) o.l.v.
Fr. Jansen. Verkreeg van 1904 tot 1907 de koninklijke subsidie. Schilderde en tekende landschappen (riviergezichten en oude steden) enz. Was lid van ‘Pulchri Studio’ en van de Nederlandse Kunstkring. Gaf o.m. les aan M.
D. J. van der Meer.AMSTERDAM -Rijksmuseum: boerenwoningen in een bosrijke streek (gem. Wetering de Rooy). ENKHUIZEN -Rijksmuseum ‘Zuiderzeemuseum’; acht werken, w.o. bij de Harlinger steiger; buiten de stadswal bij de Noorderweg; bloei op het Kooizand; een boerderij; enz.; ca. 80 krijt- en potloodschetsen.
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Waller.
