Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Vettewinkel dzn, hendrik

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 20 oktober 1809, overl.

Amsterdam 8 mei 1878. Zou aanvankelijk het bedrijf van zijn vader overnemen (huis- en scheepsschilder), maar legde zich later toe op het afbeelden van schepen en haventerreinen. Oefende zich in het begin door het schilderen van figuren en maakte toen verschillende figuur- en genrestukjes. Vormde zich zelf. Wijdde zich in later jaren tevens aan de handel, aanmaak van lakken en vernissen. Hij was lid van ‘Felix Meritis’ te Amsterdam en behaalde daar in 1847 een zilveren medaille voor een wintergezicht.Tentoonstellingen Amsterdam 1828-1848 en Den Haag 1830-1857: kalme watergezichten met schepen; episode uit de 80-jarige oorlog (zeegevecht); spelevaren (eiland Marken); vissersvrouw, naar haar man uitkijkend.

AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): gezicht op het Y in de winter, 1836 (tekening uit de verz. Splitberber); tekeningen met 9 verschillende zeegezichten (O.I. inkt); een varende stoomboot (sepiatekening). -Gemeentearchief: winter op het IJ (aquarel). -Nederlands Historisch Scheepvaart Museum: fregat (aquarel, 1828); raderstoomschip (1835); het eerste drijvende droogdok te Amsterdam (1843); koopvaardijschip (1848); scheepswerf te Amsterdam; enz. -Rijksmuseum: uitzeilend koopvaardijschip (gem. H. Vettewinkel ft. 1837); schepen op een rivier bij een lichtbaken (gem. H.

V. 1847). HAARLEM -Teylers Stichting: een marine (aquarel).


Huebner; Immerzeel; Luns; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek IX; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Wurzbach.

< >