Geb. Utrecht 22 december 1778, overl.
Utrecht 14 januari 1846. Leerling van de rijtuig- en sieraadschilder N. Osti te Utrecht, vormde zich verder zelf door het kopiëren van het werk van J. van der Heyden en van de gebroeders Berkheyde. Schilderde zeer nauwkeurig afgewerkte stadsgezichten (w.o. ook gefantaseerde), meestal fraai van koloriet; vervaardigde ook enkele landschappen en portretten.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1816-1844: verscheidene fraaie stadsgezichten en enkele landschappen in 1836, 1838 en 1840.
AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: de Weerdpoort te Utrecht (aquarel). -Stedelijk Museum: de Geertruidakerk te Utrecht (gem. J. H Verheyen 1819). DEN HAAG -Gemeentemuseum: gezicht op het Mauritshuis en de Grenadierspoort. OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: 13 tekeningen. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: stadsgezicht (gem.
JHVerheijen 1817); bij de stadswal (aquarel), UTRECHT -Centraal Museum: stadsgezicht met poort, 1819 (bruikleen); gezicht op de Tolsteegpoort, 1821; een dames- en een herenportret. -Gemeentearchief: een tiental aquarellen en tekeningen, meest stadsgezichten te Utrecht. -Rijksarchief: de kolfbaan te Maarssen (tekening). Opgang XIII, 19a (P. T. A. Swillens, bldz. 566-572); Maandblad v. Beeldende Kunsten 1947 (R. van Luttervelt, bldz. 30-41).
Huebner; Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Wurzbach.