Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Ven, emanuel ernest gerardus van der

betekenis & definitie

Geb. Den Bosch 12 november 1866, overl.

Laren (N.H.) 27 augustus 1944. Signeerde: E. van der Ven. Woonde en werkte in Den Bosch, Eisen (bij Markelo) 1893, Amsterdam tot 1903, daarna in Laren (N.H.). Leerling van de Kon. School in Den Bosch (1877-1880 en 1884-1887), o.a. olv. zijn vader E. A.

H. van der Ven, van de kweekschool voor onderwijzers in Den Bosch 1880-1884, daarna lessen van P. M. Slager; te Amsterdam leerling van de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijs (1893-1897) olv. J. D. Huibers.

Schilderde en tekende landschappen, w.o. buiten Amsterdam; korenschoven, het huisje van de bokkenboer, sneeuwstudie; de Brink te Laren (N.H.); voorts figuren (portretten), stillevens en bloemen. Was o.m. lid van de ver. v. B.K. ‘Laren-Blaricum’ en van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan J. W. M.

Enthoven, H. L. Ludwig, P. Mulder, J. M. Swartwout de Hoog en O. van Tussenbroek.LAREN (N.H.) -Singer Museum: chrysanten (gem. E. van der Ven 1910). Rijkscollectie: anemonen.

Elsevier XXXIV, 1907 (O. van Tussenbroek, bldz. 293-301), XLIII, 1912 (Kroniek). Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall I.

< >