Ged. Den Haag 25 september 1714, overl.
Den Haag 1798. Leerling van zijn vader M. Terwesten en van C. Roepel. In 1751 lid, in 1762 sekretaris en in 1785 hoofdman van de Confreriekamer van Pictura in de hofstad; was tevens sekretaris van de Tekenakademie aldaar (1764-1796). Hij schilderde bloem- en vruchtenstukken; heeft samen met G. Hoet een boek over kunst geschreven.ENKHUIZEN -De Snouck-van Loosenstichting: een schoorsteenstuk, DEN HAAG -Akademie v. B.K.: een zelfportret.
Kramm; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Voorloopige lijsten der Nederlandsche Monumenten III en V/1; Wurzbach.
