Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Stortenbeker, johannes

betekenis & definitie

Geb. Den Haag 29 oktober 1821, overl.

Den Haag op n april 1899. Woonde en werkte aldaar. Leerling van de Haagse Akademie (?). Figuur- en genre-schilder. Was ook huis- en dekoratieschilder, o.m. voor de koninklijke paleizen. In 1875 benoemd tot ridder in de orde van de Eikenkroon, hij had o.m. de nieuwe zaal op Het Loo beschilderd.

Was leermeester van zijn broer P. Stortenbeker; naderhand zijn medewerker. Gaf les aan P. in ’t Hout, W. J. Weissenbruch en Th. van Wissen. Hij was lid van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag.Tentoonstellingen Den Haag, w.o. in 1849: verschillende figuurstukken (studies).

Gram 1880; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker.

< >