Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Spoor, cornelis rudolf hendrik (‘cornelis’)

betekenis & definitie

Geb. Den Haag 2 augustus 1867, overl.

Heemstede 22 februari 1928. Signeerde meestal: C. Spoor jr. Woonde en werkte in Den Haag, Rijswijk (Z.H.) tot 1890, Amsterdam tot 1893, Haarlem 1897, Amsterdam tot 1918, daarna in Heemstede. Leerling van de Quellinusschool (dekoratieschilderen) en van de Rijksakademie te Amsterdam (1884-1889, o.l.v. A.

Allebé en B. Wijnveld). Daarna, in 1890, lessen en raadgevingen van W. Maris. Schilderde, tekende en etste kinderen, portretten, ook landschappen, poesen en vogels. Gaf les aan A.

J. Korteweg, N. Kluijver, E. C. Polak en jkvr. M. J. van de Poll.Tentoonstellingen Den Haag 1890 en Arnhem 1893 en 1897, o.a.: in slaap gevallen; Zeeuwse typen; portretten; schets uit Domburg; achterzijde van een hofje.

AMSTERDAM -Stedelijk Museum: een portret, HAARLEM -Frans Halsmuseum: portretten, w.o. van zijn vrouw en van zijn zoon. LAREN (N.H.) -Singer Museum: babyportret (gem. C. Spoor); tekeningen.

Op de Hoogte IV, 1907 (Is. Querido, bldz. 80-88) en XIX, 1922 (]. Voskuil, bldz. 73-73). Lurasco; Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Waller.

< >