Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Spaendonck, gerardus (‘gerard’) van

betekenis & definitie

Geb. Tilburg 22 maart 1746, overl.

Parijs 11 mei 1822. Leerling van G.J. Herreyns te Antwerpen (6 jaar), ging daarna naar Parijs (1769), waar hij aangesteld werd als leraar en tekenaar aan de botanische tuin. Miniatuurschilder aan het hof van koning Lodewijk XVI (1774), later direkteur van de Jardin des Plantes te Parijs. In 1781 lid van de Parijse tekenakademie. Maakte schilderijen en crayontekeningen, vnl. van bloemen en vruchten, ook een enkele maal miniatuurportretten voor tabaks- en snuifdozen.

Gaf les aan H. G. Knip en J. A. Knip; raadgevingen aan W. van Leen en W. Mol.AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: het portret van J. Herreyns (tekening). DEN BOSCH -Noordbrabants Museum: bloemstilleven; een aantal gravures. TILBURG -Raadhuis: bloemstilleven.

M. van Boven en S. Segal: Gerard & Cornelis van Spaendonck’, Maarssen 1980. Huebner; Immerzeel; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Wurzbach.

< >