Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Smies, jacob

betekenis & definitie

Ged. Amsterdam 13 juni 1764, overl.

Amsterdam 14 augustus 1833. Woonde en werkte aldaar. Leerling van J. G. Waldorp en J. Ekels jr.

Schilderde figuren, portretten en andere onderwerpen; tekenaar van karikaturen en illustraties, tevens tekenleraar. Was medewerker van J. Kamphuijzen en C. L. Hansen. Gaf les aan L. H. de Fontenay.Tentoonstelling Amsterdam 1828: de Dam te Amsterdam, vóór het afbreken van de Waag, geschilderd door Jan Kamphuijzen en de vele figuren door Jacob Smies.

AMSTERDAM -Gemeentearchief: twist in ‘Felix Meritis’ (aquarel). -Rijksmuseum: de Latijnse school op het Singel te Amsterdam (gem. I. Smies 1802). Rijksprentenkabinet: tekeningen.

Knoef 1943 (bldz. 79-92).

Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek IX; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Wurzbach.

< >