Pieter Willem; geb. Harlingen 12 november 1827, overl.
Amsterdam 14 april 1906. Werkzaam in Den Haag 1852 tot 1853, Harlingen 1854 tot 1858, Brussel 1858 tot 1862, Harlingen 1863, Leeuwarden 1863 tot 1865, Brussel 1866 tot 1881, Amsterdam 1881 tot 1896, Baarn 1896 tot 1903, daarna in Amsterdam. Leerling vanjurjen de Jong te Harlingen; omstreeks 1850 vertrok hij naar Antwerpen en studeerde aan de Akademie aldaar. Schilderde genrestukken en portretten, kopieerde ook oude schilderijen.Tentoonstellingen Amsterdam, Antwerpen, Rotterdam, Brussel, Den Haag 1853-1901 en Leeuwarden 1855: enkele portretten; tientallen genrestukken, w.o.: het verval der Friese klederdracht; de herstellende; de gebraden kastanjes; de weze; het leesuurtje; jonge Hindeloopense moeder; eerstgeborene te Hindeloopen; het kleine broertje; schemeravond (voor een huis zitten enige personen op een bank); enz.
AMSTERDAM -Rijksmuseum: Philips de Schone;Johanna de Waanzinnige van Castillië; Jacoba van Beieren (kopieën naar oude schilderijen), HARLINGEN -Gemeentemuseum Hannema-huis: interieur met haardvuur en personen; Hindelooper interieur met een moeder bij een wieg. LEEUWARDEN -Fries Museum: het oorijzer (1857).
Eekhoff; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Wurzbach.