Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Schwartze, johann georg

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 20 oktober 1814, overl.

Amsterdam 29 augustus 1874. Op 3-jarige leeftijd vertrok hij naar Philadelphia. Leerling van Smith te Boston, studeerde van 1838 tot 1844 in Dusseldorf olv. Lessing, Schadow en Sohn, maakte studies naar Rembrandt. In 1846 vestigde hij zich voorgoed in Amsterdam. Schilderde verdienstelijke portretten (vooral zijn kinderportretten trokken sterk de aandacht) en religieuze voorstellingen, ook voortreffelijke landschappen.

In 1845 lid van de Kon. Akademie te Amsterdam en in 1847 van ‘Arti et Amicitiae’ aldaar. Was leermeester van Thérèse van Duyl-geb. Schwartze.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1844-1873: veel portretten; ‘The Pilgrim Fathers’; krijgsman; Hebe; fantasie (morgenstond); enz.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: zelfportret (gem. G.S. 1869); portret van zijn dochter Thérèse (gem. Schwartze); dubbelportret; herenportret (toegeschreven). -Rijksprentenkabinet: tekening(en). -Stedelijk Museum: vrouw in biddende houding (bruikleen). -Museum Willet-Holthuysen: herenportret. LEIDEN -Stedelijk Museum De Lakenhal: herenportret, NAARDEN -Burgerweeshuis: een regentenstuk (gem.J.G. Schwartze 1850). SCHIEDAM -Stedelijk Museum: damesportret (ovaal), UTRECHT -Centraal Museum: heren- en damesportret (1861).

Hist. Galerij I (bldz. 115); Kunstkronijk 1869 (bldz. 70) en 1876 (bldz. 42-44); Elsevier

L, 1915 (Kroniek); Onze Kunst XXVIII, 1915 (bldz. 152).

Luns; Marius; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek X; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten V/1; Wurzbach.

< >