Geb. Amsterdam 8 oktober 1815, overl. aldaar 13 maart 1878.
Leerling van J. H. L. Meijer (1834-35), daarna bezocht hij Frankrijk, Italië, Duitsland en Engeland en kwam in 1838 in Amsterdam terug. In 1845 werd hij lid van ‘Arti et Amicitiae’ aldaar. Schilderde en tekende landschappen en riviergezichten.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1832-1846: verscheidene landschappen; gezichten in Bourgondië bij Rochefort; gezicht bij de St-Pieterskerk te Rome; de omstreken van Terracina; gezicht bij de Golf van Napels; enz.
Immerzeel; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Wurzbach.