Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Roth, georges andries

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 11 september 1809, overl.

Amsterdam 28 juli 1887. Woonde en werkte in deze stad tot 1878, Opheusden tot 1879, Amsterdam 1880, Opheusden 1881, Tiel tot 1885, Opheusden 1886, Amsterdam. Leerling van G. P. Westenberg. In 1835-1836 maakte hij een studiereis door Duitsland.

Van 1839 af was hij lid van de Koninklijke Akademie te Amsterdam. Schilderde meestal bosachtige landschappen en een enkel stads- en riviergezicht, heeft tevens geëtst. Gaf les aan E. P. van Bommel en C. P. ’t Hoen.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag en Rotterdam 1828-1886 en Leeuwarden 1855: landschap bij Doom; aan de Rijn; aan de Ruhr; gezicht op Hoei aan de Maas en verder tientallen bos- en bergachtige landschappen; kerkportaal te Keulen; stadsgezicht; gezicht op Den Helder en het Nieuwe Diep; boomgaard te Kesteren; Zwitsers landschap; watermolen te Vorden; landschappen te Ruurlo; het spoorweglaantje bij Lochem; de Wethouderskade te Tiel; winter in de Betuwe; enz.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: gezicht in het Bentheimse bos (gem. G. A. Roth 1870). -Rijksprentenkabinet: tekening(en). ARNHEM -Gemeentemuseum: twee bosachtige landschappen (pendants). ENSCHEDE -Stichting van Heek: bosrijk landschap met jachtpartij (stofïage door W. Verschuur sr).

Immerzeel; Kramm; Luns; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.

< >