Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Rossum, jan cornelis van

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 1 maart 1820, overl.

Amsterdam 4 september 1905. Woonde en werkte aldaar. Leerling van de Amsterdamse Akademie v. B.K. (1833) en van J. A. Kruseman. Schilderde en tekende portretten en genrestukken (o.a. interieurs); heeft ook litho’s vervaardigd.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1836-1856 en Leeuwarden 1855: verscheidene portretten; rustende boer; oude soldaat; stilleven; blinde vioolspeler met zijn kinderen; de ontvangen brief; liefhebber van eten en drinken, en enkele tekeningen.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: twee herenportretten (waarvan één gem. J.C.V.R. 1839). -Rijksprentenkabinet: tekeningen (w.o. 12 in potlood van portretten).

Immerzeel; Kramm; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.

< >