Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Rosenberg, henricus (‘hendrik rozenberg’)

betekenis & definitie

Ged. Groningen 25 april 1734, overl.

Hoorn 6 mei 1778. Werd in 1756 burger van Leeuwarden, vanaf 1777 woonachtig in Hoorn. In 1775 adverteerde hij in de Leeuwarder Courant als fabrikant van dekens, geschilderde en gedrukte kamerbehangsels, schoorsteen- en tafelkleden enz. Hij gaf les aan D. Jansz. Struiving.FRANEKER -Stadhuis: portret van een Franeker hoogleraar (gem. H. Rozenberg); een kamerbehang, voorstellende de vier jaargetijden (gem. H. Rosenbergh 1762).

Gedenkboek Leeuwarden 1435-1935.

Scheen 1946 en 1970.

< >