Geb. Hilversum 23 september 1831, overl.
Voorhout 10 maart 1897. Aanvankelijk zou hij schilder worden; lessen van zijn vader James de Rijk, studeerde ongeveer een half jaar (in 1853) te Bentheim en maakte verdienstelijke landschappen. Na 1856 studeerde hij wijsbegeerte (in Hageveld, thans gem. Raalte) en werd later priester.Tentoonstellingen Amsterdam, Groningen, Den Haag en Zwolle 1848-1856: diverse zonsondergangen; diverse boomrijke landschappen; rotsspleet in gebergte in Duitsland; gezichten te Bentheim; enz.
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek X; Scheen 1946 en 1970.