Henricus Engelbertus; geb. Amsterdam 4 juni 1817, overl.
Amsterdam 1 mei 1900. Woonde en werkte ter plaatse. Leerling van J. A. Kruseman. Bezocht in 1844-1845 Duitsland, werd in 1855 benoemd tot lid van de Koninklijke Akademie te Amsterdam.
Schilderde en tekende portretten, historische voorstellingen en vooral genrestukken (interieurs). Meestal ging zijn werk naar het buitenland (Amerika). In 1839 stoffeerde hij een bosgezicht van M. L. Kitzinger in de hoofdstad.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag en Rotterdam 1834-1891 Jan Steen bezig met schilderen; kunstbeschouwing in de 18de eeuw; kraambezoek en andere genrevoorstellingen; Hagar, naar Navez (zwartkrijttekening); twee
drinkende boeren; brillenverkoper; oude man, bezig een kind de bijbel uit te leggen; de vermaning; het huwelijksaanzoek; jong meisje; zeemansherberg; enz.
AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: tekening(en). HAASTRECHT -Museum Bisdom van Vliet: kamerinterieur met figuren, DEN HELDER -Instituut Kon. Marine: de terugkeer van Piet Hein. LEIDEN -Stedelijk Museum De Lakenhal: episode uit Leidens ontzet (gem. H:E: Reyntjens 1844). WOERDEN -RK.
Pensionaat: Golgotha (gem. H. E. Reyntjens 1844).
Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten III en V/1; Wurzbach.