Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Pelgrom

betekenis & definitie

Jacobus; geb. Amsterdam 8 september 1811, overl. aldaar op 3 november 1861.

Leerling van J. A. Daiwaille, de Amsterdamse Akademie v. B.K. (1824-1825),}. W. Pieneman en P.

Barbiers Pzn. Was tot 1842 te Amsterdam werkzaam, tot 1847 te Oosterbeek, in 1848 stadstekenmeester te Zaandam, van 1850 tot 1853 te Zutphen, werd in 1852 benoemd tot lid van de Koninklijke Akademie te Amsterdam, in 1854-1858 te Arnhem, werd in 1858 tekenleraar aan de Middelburgse StadsAkademie. Heeft enige buitenlandse reizen gemaakt, o.a. naar Duitsland (Rijn, Ruhr, Heidelberg) en de Schotse Hooglanden. Landschapschilder, tevens lithograaf. Gaf o.m. les aan J. A. Boland.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1833-1861 en Leeuwarden 1859: landschappen uit Gelderland, Duitsland (Hardenstein aan de Ruhr), bergachtige landschappen, waaronder een Zwitsers met ruïne; kermis bij avond; processie bij avond; panorama bij Arnhem; walletje buiten Zutphen; winterlandschap; Dinant bij Luik in België; enz.

AMSTERDAM -Amsterdam Historisch Museum (vml. Museum Fodor): brug over een sloot (sepiatekening); boomrijk landschap in de winter (sepiatekening). ARNHEM -Gemeentemuseum: riviergezicht in Gelderland. HAARLEM Teylers Stichting: bergachtig landschap (sepia en O.I. inkt), OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: twee aquarellen (landschappen bij Oosterbeek en Middelburg. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: kasteel Landsberg aan de Ruhr bij Ketwig (potlood, pen, bruin en grijs gewassen).

Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek V; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.

< >