Geb. Zevenaar 18 maart 1880, overl.
Todtmoos (Baden) 19 oktober 1909. Signeerde: Karei de Nerée. Woonde en werkte in Antwerpen 1895-1897, Den Haag tot 1901, Madrid 1901, verbleef veel in Den Haag, afwisselend te Arosa, Rome, Montreux en Todtmoos. Ambtenaar op het ministerie van Buitenlandse Zaken in 1899-1901. Was een autodidakt, met duidelijk oosterse inslag (Japans). Tekenaar (werd ‘een geniaal dilettant’ genoemd) van vrouwen, naakten enz.: rococo; het schone beeld; de bruid; sereniteit. Ook monumentale kunst.DEN HAAG -Gemeentemuseum: ‘Benedictie’; zwarte zwanen (krijt- en pasteltekening).
Tentoonstellingen Ver. v. BK. ‘Arnhem' te Arnhem (cat. 1951); Singer Museum Laren (N.H.) dec. 1974-jan. 1975 en Städtisches Museum Haus Koekkoek Kleve (DU) 9/4-5/5/I975.
Elsevier XLII, 1911 (Henri van Booven, bldz. 6-18) en XLVI, 1913 (Frans Berding, bldz. 109).
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.