Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Moni (meni), de louis de

betekenis & definitie

Ged. Breda 2 maart 1698, overl.

Leiden 14 september 1771. Leerling van Ph. van Dijk in Den Haag van 1721 tot 1725; tevoren had hij enig kunstonderwijs genoten van F. van Kessel en J. B. Biset te Breda. In 1726 maakte hijsamen met zijn leermeester Ph. van Dijk een reis naar Kassel. Van 1729 af te Leiden gevestigd. Men noemt hem wel: een navolger van Dou en Van Mieris. Schilderde en tekende portretten, genrestukken en interieurs. Gaf les aan J. Ie Francq van Berkhey.

AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: tekeningen. -Rijksmuseum: vrouw een plant begietend, DEN HAAG -Mauritshuis: kantklossende vrouw en bellenblazende jongen (bruikleen aan Stedelijk Museum De Lakenhal te Leiden). Museum Bredius: interieur met vrouw. HAARLEM -Teylers Stichting: portretstudie (tekening), HAASTRECHT -Museum Bisdom van Vliet: de godin Diana met haar nimfen (schoorsteenstuk, gem. De Moni inv.). LEIDEN -Rijksprentenkabinet: ruim 20 tekeningen, meest figuurstudies. -Stedelijk Museum De Lakenhal: kantklossende vrouw en bellenblazende jongen (bruikleen), gem. L.

De Moni f.1742. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: visverkoopster bij avond.


Immerzeel; Kramm; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach

< >