Coenraad (‘Coen’); geb. Amsterdam 4 november 1845, overl.
Amsterdam 29 juli 1881. Woonde en werkte in die stad tot 1875, Parijs tot 1876, Champigny-sur-Marne tot 1878, Parijs 1878, Bas-Meudon 1879, Sèvres 1880, Meudon-Paris 1881, kwam 11 juli 1881 terug in Amsterdam. Leerling van K. Karsen en P. F. Greive. Schilderde, aquarelleerde en tekende landschappen, riviergezichten, stads- en dorpsgezichten enz. Tentoonstellingen Amsterdam 1873-1881, Gent 1874, Groningen 1874,1877 en 1880, Den Haag 1875 en 1881, Rotterdam 1873 en 1876: gezicht te Amersfoort; de molenwerf ; in de hooitijd ; aan het Zaagmolenpad ; de oude hengelaar ; aan de IJsel bij Zutphen; de Groenmarkt te Amsterdam; avond aan de Eem; aan de Marne bij maanlicht; naar het bos; de hoefsmid; aan de drinkplaats; Amsterdam bij sneeuw en regen; atelier ; avond aan de Seine; wasplaats; aan de Seine, gezicht op Bas-Meudon; de Seine bij hoog water; enz.
AMSTERDAM -Rijksmuseum: aan de Oise (gem. C. Metzelaar 1877). -Rijksprentenkabinet: een tiental tekeningen. -Museum Willet-Holthuysen: atelier van de heer Willet (aquarel, lente 1875). OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: rivierlandschap bij Champigny-sur-Marne (tekening).
Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Wurzbach.