Hendrik; geb. Gendringen 23 mei 1821, overl.
Dusseldorf 12 mei 1878. Leerling van B. C. Koekkoek te Kleef en van Von Blaas. In 1840 vertrok hij naar Alkmaar (aldaar leerling van P. Plas) en keerde in 1847 terug naar Gendringen; na enige tijd vertrok hij naar Kleef en verbleef verder in Duitsland (1851 Wezel). Landschapschilder.Tentoonstellingen Den Haag 1847 en 1851: verschillende landschappen, w.o. een wintergezicht.
Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Wurzbach.