Geb. Haarlem 12 september 1855, overl.
Haarlem 24 februari 1930. Woonde en werkte in Haarlem, Amsterdam 1877-1888, Amstelveen (Nieuwer-Amstel) tot 1894, Soest tot 1907, daarna in Haarlem. Behaalde in 1883 de Prix de Rome en maakte een studiereis naar Italië (1884-1885), een reis naar Spanje en Tanger (1886-1887) en in 1902 nog een naar Spanje en Marokko. Begon als letterzettersleerling (11 jaar oud) en ging twee jaar later in de leer bij een rijtuigschilder (tot zijn 22ste jaar), leerling op de Burger Avondschool te Haarlem olv.J.J. Goteling Vinnis en D.J. H.
Joosten, later nog enkele lessen van H. J. Scholten. Tenslotte leerling van de Rijksakademie te Amsterdam (1877-1884) olv. A. Allebé.
Letterkundige en kunstschilder. Schilderde, tekende, etste en lithografeerde figuren, portretten, landschappen enz. Behaalde veel onderscheidingen, w.o. in 1892 de gouden medaille van de stad Amsterdam. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ aldaar. Gaf les aan C. H.
A. E. Bouten, Ch. Huidekooper,J.J. L. Vlaanderen en J.
Vogelaar. Signeerde en publiceerde als Jac. van Looy.Tentoonstellingen Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Rotterdam enz. 1883-1901: landschappen; portretten; Eva treurend bij het lijk van Abel; in de kwekerij; figuren; cyclamen; kooltuintje; een café; enz.
AMSTERDAM -Rijksmuseum: portret van A. G. van der Hout (gem. Jac. v. Looy.); nachtelijke feestvierders op straat (gem.Jac. v. Looy); klaverbloemen (gem.Jac. v. Looy). -Stedelijk Museum: hyacinten; damesportret.
DORDRECHT -Dordrechts Museum: twee meisjes in een grote leunstoel GRONINGEN -Groninger Museum (coll. Veendorp): negen schetsboekbladen. DEN HAAG Gemeentemuseum: portret van J. Batavier (1890); portret van een dame (1891). HAARLEM -Frans Halsmuseum: portret van dr Fr. van Eeden; het café; de boer; enz. LAREN (N.H.) -Singer Museum: werk in het prentenkabinet
OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: de waterdrager in Noord-Afrika (krijttekening). ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: binnenplein van het Bargello te Florence.
Tent. Museum ‘Het Huis Van Looy’ Haarlem (cat.juli 1952); herdenkingstentoonstelling ‘Arti et Amicitiae’ Amsterdam (cat. 6-28 aug. 1955); tentoonstelling Frans Halsmuseum Haarlem 18/10/1975-4/1/1976.
Elsevier XXII, 1901 (G. H. Marius, bldz. 439-448), L, 1915 (Kroniek), LXXIX, 1950 (Kroniek) en C, 1940 (F. P. Huygens, bldz. 511-452); Maandblad v. Beeldende Kunsten 1954 (C. Veth, bldz. 272-277).
G. H. Marius: ‘Jac. van Looy’, Amsterdam 1912; M.J. Brusse: Jacobus van Looy’, Rotterdam 1950; A. M. Hammacher: ‘Amsterdamsche impressionisten en hun kring’ (bldz. 52-57 en 69-72), Amsterdam 1941; F. P. Huygens: Wie dronk toen water!’, Amsterdam 1975.
Luns; Lurasco; Plasschaert; Scheen 1969; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Waller.
