Geb. Amsterdam 26 april 1829, overl.
Abcoude (Baambrugge) 10 oktober 1894. Woonde en werkte in Amsterdam, Baarn ca. 1875-1882, Hilversum tot 1886, daarna in Abcoude-Baambrugge. Leerling van P. F. Greive; in 1852 werd hij lid van de Kon. Akademie te Amsterdam en in 1853 van ‘Arti et Amicitiae’ aldaar. Schilderde genretaferelen (meestal 17de-eeuwse voorstellingen, zoals militaire wachtlokalen en wapensmeden), interieurs, figuurstukken en portretten.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1852-1892: het verhaal van een krijgsman; wachtlokaal in de 17de eeuw met soldaten; 17de eeuws militair op post; de spion; de wapensmid; in het studeervertrek; gewichtige tijding; de kleine rentenier; de oude dag; schafttijd; het vertrouwelijk onderhoud; enz.
AMSTERDAM -Rijksmuseum: I7de-eeuws binnenhuis met figuren (gem. Lingeman 1870). -Rijksprentenkabinet: tekeningen. -Stadhuis: een wapensmid. OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: portret (tekening) ROTTERDAM Museum Boymans-van Beuningen: soldateninterieur uit de 17de eeuw.
Hist. Galerij I (bldz. 110) en II (bldz. 168); Kunstkroniek i86g (bldz. 82).
Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Wurzbach.