Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Liernur, martinus wilhelminus

betekenis & definitie

Geb. Den Haag 4 maart 1833, overl. aldaar 27 december 1901.

Woonde en werkte in Den Haag. Leerling van de Akademie v. B.K. (1844-1845) aldaar. Met figuren en genrestukken. Gaf les aan A.J. s’Jacob, W. A.

A. Liernur en C. W. Marchant.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam enz. 1856-1896: de korenmaaister; portretten; hoekje in de kerk; monnik; de laatste kerkganger; twee oudjes; slapende vrouw; aan de Noordzeekust; enz.

HAARLEM -Frans Halsmuseum: op weg naar huis.

Kunstkronijk 1865 (bldz. 30).

Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller.

< >