Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Liender, paul(us) van

betekenis & definitie

Geb. Utrecht 25 september 1731, overl. aldaar 26 mei 1797.

Leerling van zijn oom J. van Liender (Utrecht) en van C. Pronk (Amsterdam). Tekende en aquarelleerde stads- en dorpsgezichten en gebouwen (ook interieurs van gebouwen); tevens etste hij. Te Haarlem, waar hij als houtkoper was gevestigd, was hij bestuurslid van de Stads-Tekenakademie (in 1774 komt zijn naam voor op de ledenlijst als ‘Steller van het model’ en Thesaurier). Later stond hij ook vermeld als collecteur van de ‘Import’ op de wijnen. Was bevriend met J. de Beijer, met wie hij ook gereisd heeft.

Gaf les aan F. A. Milatz, H. P. Schoute(n) en J. E. van Varelen. AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): gezicht op de Muiderpoort (1768); de doorgang van het Oudmanhuis; gezichten op het Oudmanhuis (alle uit de verz. Splitgerber). -Gemeentearchief: de Westermarkt (aquarel); de Joden-Groenmarkt met de Zuiderkerk (O.I. inkt); het Huis ‘Kostverloren’ (aquarel).-Rijksprentenkabinet: tekeningen. DELFT -Gemeentearchief: tekeningen en grafisch werk. -Stedelijk Museum ‘het Prinsenhof: gezicht op Rijswijk (tekening in 0.1. inkt), DEN HAAG -Het Nederlandse Postmuseum: gezicht op het stadhuis (gravure, 1766). HAARLEM -Gemeentearchief: stadsgezichten (tekeningen). -Teylers Stichting: elf landschappen (tekeningen), LEIDEN -Rijksprentenkabinet: drie tekeningen, w.o. een ruïne met figuren. ROTTERDAM -Gemeentearchief: aquarellen en tekeningen, w.o. twee tekeningen in 0.1. inkt, voorstellende de verplaatsing van het standbeeld van Erasmus. -Museum Boymans-van Beuningen: tien tekeningen, w.o. ruïne van een kasteel; landschap met grote boom; de ruïne van Brederode; kasteel De Haer; bosweg langs een kerk; dorpskerk bij hoge bomen, UTRECHT -Centraal Museum: strandgezicht te Noordwijk aan Zee (sepiatekening); drie rivierlandschappen (sepiatekeningen). -Rijksarchief: tekeningen, w.o. afbeeldingen van gebouwen, dorpen en stadjes.

Oude Kunst 1971/18 (III C. W. Wagenaar).

Huebner; Immerzeel; Kramm; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.

< >