Jacobus, geb. Deventer 10 maart 1824, overl.
Den Haag 30 juli 1866. Tijdelijk te Parijs werkzaam van 1846-1848. Medewerker van J. Israels en J. H. L. de Haas.
Leerling van de Rijksakademie te Amsterdam en van J. A. Kruseman. Portret- en genreschilder, later fotograaf.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1847-1861: de laatste ogenblikken van Pacheco (samen met J. Israels); enkele portretten; het welbewaakte kind; een buitenman verhaalt zijn belevenissen in de stad; een rijk man geeft zijn kind, een arm man zijn koe (samen met J. H. L. de Haas); Lourens Jansz. Koster; meisje met kat; diverse andere genrestukken.
AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: tekening(en).
Kunstkronijk 1867 (bldz. 80).
Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Wurzbach.