Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Konijnenburg, willem adriaan van

betekenis & definitie

Geb. Den Haag 11 februari 1868, overl.

Den Haag 28 februari 1943. Woonde en werkte in die stad (Scheveningen), tijdelijk in Parijs 1886,1901, 1906 en in Maastricht 1886-1887. Eerste lessen van zijn moeder; leerling van J. C. d’ Arnoud Gerkens (1882-1884), daarna leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag (1884-1886). Schilderde, aquarelleerde, tekende, etste en lithografeerde vnl. figuren, portretten, landschappen, dieren enz. en was illustrator.

Bekend monumentaal kunstenaar. Gaf les aan A. J. W. Bieruma Oosting, J. Briedé, A.

J. J. van der Burght, M. Cramers, J. J. van der Eist, Th. H. B.

J. Groeneveld, H. E. Mees, B. Rahusen, J. C. van Reekum, G.

A. H. van der Stok, M. A. Volders, M. A. van de Wiel, R. M.

Wichers Wierdsma, J. H. W. Wittenberg, en gaf raadgevingen aan W. H. van den Berg, F. G.J. van EijsdenJ.

F. E. ten Klooster, F.J. Mansveld, P. Schultze, jhr A. J. Th.

Vrijthoff, W. F. M. Wirtz.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, enz. 1889-1896: de Geul in Limburg; in de tuin; hoeve in Limburg; vrouwenfiguur; landschappen ; stadsgezichten, figuren enz.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: ploegende boer (gem. W. v. Konijnenburg). GOUDA -Museum ‘Het Catharina-Gasthuis’ (coll. Arntzenius): een meisje. GRONINGEN -Groninger Museum (coll.

Veendorp): landschap in Noordbrabant; ruiter (tekening), DEN HAAG -Gemeentearchief: zwarte zwanen (1898); libel op vis; vlinder (1901); reigers bij de ruïne Te Merwede; twee gele en een zwarte vlinder; de zaaier (1913); portret van de zuster van de schilder; de overgave (1917); bosgezicht; portebrisée-beschildering (1888); diverse portretten en andere onderwerpen. -Rijksmuseum H. W. Mesdag: gezicht op Maastricht. -Het Nederlandse Postmuseum: portret van M G. de Bloeme (tekening); een groot aantal ontwerpen voor postzegels, HEINO -Stichting Hannema-De Stuers: de boom (aquarel); ruiter te paard (aquarel). Tekeningen: figuren in profiel; mannenkop (2); bosgezicht met hert. LEIDEN -Stedelijk Museum De Lakenhal: naaktfiguur te paard (pastel en zwartkrijt). MAASTRICHT -Bonnefantenmuseum: de boerenhoeve in Limburg (gem.

WvK 1890). oss -Jan Cunen Museum: chaos; majesteit der slaafsheid (beide tekeningen). OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: de mijngroeve (gem. W.V.K. 1891); damherten (gem. W. A. van Konijnenburg 1898). Tekeningen: centaur en draak; ridder te paard (2); meisjesportret; borstbeeld van een naakt meisje met bloemen.

ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: natura integra (gem. WAvK 1912); landweg; kop van een oude man; St Joris doodt de draak; twee staande figuren; litho’s en etsen, UTRECHT -Centraal Museum: de herder (tekening); ruiter (tekening).


Elsevier XXXVI, 1908 (Arie van Veen, bldz. 1-17), LIV, 1917 (Kroniek), LIX, 1920 (G. Knuttel Wzn, bldz. 1-14), LXI 1921 (Kroniek), LXVIII, 1924 (Kroniek), LXX, 1925 (Kasper Niehaus, bldz. 81-83), LXXI, 1926 (Kroniek), LXXV, 1928 (Kroniek) en XCVI, 1938 (A. M. Hammacher, bldz. 33-e.v.); Wendingen IV, 1921 (A. Plasschaert, nr.ten 2); Maandblad v. Beeldende Kunsten, 1924 (Plasschaert, bldz. 6-10), 1938 (Th.

P. Haanebrink, bldz. 99-101), 1943 (bldz. 93-94) en (J. Bieruma Oosting, bldz. 169-178).


J. J. C. de Boer, A. M. Hammacher e.a.: Willem A. van Konijnenburg’, Wassenaar 1928; ‘Schilderijen en teekeningen in de verzameling G. F. H. van Kooten Kok’, Den Haag 1929 (drie delen); G. Knuttel: Willem van Konijnenburg’(Palet-serie), Amsterdam 1941.

Gram 1904; Luns; Mak van Waag; Plasschaert; Scheen 1969; Schwencke; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Vorsterman van Oyen; Waller.

< >