Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Koekkoek, johannes hermanus barend

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 6 juli 1840, overl.

Hilversum 24 januari 1912. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1859, Nieuwer-Amstel 1860-1864, daarna Hilversum. Leerling van zijn vader H. Koekkoek. Landschap- en zeeschilder (strandgezichten). Lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Was ook bekend door zijn kunstnijverheidsprodukten, waarvoor hij in 1910 te Hilversum met de hoogste onderscheiding bekroond werd. Heeft raadgevingen gegeven aan Lion Schulman.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Leeuwarden 1858-1899: strandgezicht na een storm; woelige zee bij Egmond; stil water te Katwijk; schipbreuk bij Needles (Engeland); buurtje in de duinen bij Scheveningen; de werf te Spakenburg; strandgezicht met paarden; schelpenkar in de duinen; strand te Zandvoort met wit paard voor een schelpenkar; op de Maas voor Rotterdam; gezicht op Kampen a/d IJssel; gezicht op het IJ voor Amsterdam; enz

AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: tekening(en). oss -Jan Cunen Museum: avond in de polder.

Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker.

< >