Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Kobell (ii), jan (baptist) - de utrechtse

betekenis & definitie

Geb. Delfshaven ged. 8 november 1778, overl.

Amsterdam 23 september 1814. Zoon van H. Kobell; leerling van W. R. van der Wall (1790-1795); van 1810-1812 was hij in Parijs werkzaam. Schilderde en tekende landschappen met vee, in de trant van P. Potter; heeft ook geëtst (paarden en koeien).

Heeft vrij veel kopieën naar P. Potter vervaardigd. Hij stierf krankzinnig. Gaf les aan C. Steffelaar en B. van Straaten Bzn.AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): landschap met vee en melkers; landschap met rundvee; een paard en drie geiten voor een schuur; tekeningen, w.o. liggend meisje; een liggende koe en twee schapen; slapende herder bij enig rundvee; rundvee aan de slootkant; weide met vee; enz. -Rijksmuseum: landschap met vee (gem.JKobell f 1804); ossen in de weide (JKobell F1806); de ossendrift (gem.JKobell). -Rijksprentenkabinet: een tiental tekeningen, DEN HAAG -Gemeentemuseum: weide met koeien; paard in de weide. -Museum Bredius: vee in de weide; vee bij een bruggetje, HAARLEM -Teylers Stichting: landschap met vee; aquarellen en tekeningen, LEIDEN -Rijksprentenkabinet: drie tekeningen, w.o. een stier met geleider en een hond. OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: zeven tekeningen. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: landschap met koeien; een weide met koeien; een landschap (gem. J. Kobell f); 25 tekeningen. UTRECHT -Centraal Museum: landschap met paarden; paard bij boerenkar (tekening); stier (tekening); vier etsen (dieren).

Huebner; Immerzeel; Kramm; Luns; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.

< >