Johannes Frederik Engelbert; geb. Koedoes (Ned.
Indië) 7 augustus 1873, overl. Veere 15 februari 1940. Woonde en werkte op Java, Sumatra, in Den Haag 1907-1908, Nieuw-Guinea, Den Haag ca. 1914-1915, Veere van 18-5-1915. Kreeg in 1907-1908 raadgevingen van W. A. van Konijnenburg. Officier bij het K.N.I.L.; na 1913 volledig als kunstenaar werkzaam.
Schilderde; was vooral tekenaar en vervaardiger van houtsneden. Schetsen uit Nieuw-Guinea en Ned. Indië, rotslandschappen, oerwouden, dravende paardjes, vliegende vogels, vooral tekeningen in O.I. inkt. In zijn Veerse tijd motieven uit Veere en polderlandschappen.DEN HAAG -Gemeentemuseum: Indisch landschap; houtsneden in het prentenkabinet MIDDELBURG -Zeeuws Museum: vissers uit de Archipel. Elsevier LIX, 1920 (Kroniek); Maandblad v. Beeldende Kunsten 1925 (Cornelis Veth, bldz. 195-20}).
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1969; Schwencke; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller.