Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Klinkhamer, hendrik abraham

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 9 januari 1810, overl.

Amsterdam 1 november 1872. Leerling van de afdeling tekenkunde der Maatschappij ‘Felix Meritis’. In 1839 lid van de Koninklijke Akademie te Amsterdam; van 1836-1850 tweede opzichter, van 1850-1872 eerste opzichter van het Rijksmuseum; tevens makelaar in tabak. Beoefende de kunst meer uit liefhebberij. Vervaardigde eerst tekeningen in O.I. inkt en aquarellen naar oude meesters, schilderde daarna meestal interieurs met figuren, heeft ook geëtst. Signeerde H.

A. K.Tentoonstellingen Amsterdam 1834-1842: interieur met figuren; meisje, een brief lezende; een waterval, naar Ruysdael (tekening in kleuren); meisje, met een brandende lamp, naar G. Dou.

AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): gezicht bij het polderhuisje buiten de Weteringpoort (tekening uit de verz. Splitgerber, 1852). -Gemeentearchief: twee aquarellen van de Voorzaal van het Rijksmuseum (Trippenhuis), samen met G. Lamberts (1845). -Rijksprentenkabinet: tekeningen, w.o. naar oude meesters. HAARLEM -Gemeentearchief: tekeningen (kleuren).

Tentoonstelling Goois Museum Hilversum (cat. 1-31/10/1966).

Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Waller; Wurzbach.

< >